Edward Miliband zegt dat hij een 'zonnedakenrevolutie' wil ontketenen en daarmee stappen wil ondernemen om de Britse zonne-energiecapaciteit te vergroten.
De nieuwe minister van Energie heeft de Solar Taskforce nieuw leven ingeblazen met als doel de hoeveelheid elektriciteit die door zonnepanelen in het Verenigd Koninkrijk wordt opgewekt, te verdrievoudigen.
Hij wil ook de planningsregels herzien om het belang van zonne-energie voor nieuwe gebouwen te benadrukken.
Dit volgt nadat Miliband vrijdagavond drie grote zonneparken heeft goedgekeurd die samen 1,3 GW aan elektriciteit zullen genereren, wat overeenkomt met de stroomvoorziening van 400.000 huishoudens per jaar.
"Ik wil een revolutie op het gebied van zonnepanelen op daken in het Verenigd Koninkrijk ontketenen", aldus Miliband.
"We zullen er alles aan doen om bouwers en huiseigenaren aan te moedigen deze win-wintechnologie naar miljoenen adressen in het Verenigd Koninkrijk te brengen, zodat mensen in hun eigen elektriciteit kunnen voorzien, hun energierekening kunnen verlagen en tegelijkertijd hun steentje kunnen bijdragen aan de aanpak van klimaatverandering", voegde hij toe.
De heropgerichte Solar Taskforce brengt experts uit de industrie en de overheid samen met als doel om de opwekking van zonne-energie tegen 2030 te verdrievoudigen.
De minister van Energie zal ook overleg plegen over aanvullende maatregelen in het nationale beleidskader voor ruimtelijke ordening om het belang van zonne-energie te benadrukken, terwijl de nieuwste bouwvoorschriften die volgend jaar van kracht worden, vergelijkbare doelstellingen zullen hebben.
Vrijdag keurde Miliband drie grote zonne-energieprojecten goed: het Gateburton-project in Lincolnshire, het Mallard Pass-project op de grens van Rutland en Lincolnshire en het Sunnica-project in Suffolk.
Miliband wordt ervan beschuldigd de nationale voedselzekerheid in gevaar te brengen door de bouw van het grootste zonnepark van het Verenigd Koninkrijk op braakliggend terrein goed te keuren, ondanks bezwaren van ambtenaren. Dit leidde tot kritiek van parlementsleden en campagnevoerders.